Close Menu
Rapport: Stimulering jonge verlanding tot nieuwe trilvenen

Rapport: Stimulering jonge verlanding tot nieuwe trilvenen

OBN Onderzoek
Status: afgerond
Looptijd: 2018-2024
Uitvoerder: Witteveen + Bos
Contactpersoon: Casper Cusell (Witteveen + Bos)
Deskundigenteam: Laagveen en zeekleilandschap

> download het onderzoeksrapport (pdf)
> Artikel: Meer inzicht in factoren die trilveenontwikkeling stagneren (Vakblad nbl - juni 2024)

Samenvatting
Het habitattype H7410A Trilvenen in Nederlandse laagveengebieden staat onder druk doordat de mesotrofe verlanding tot nieuwe trilvenen zeer beperkt plaatsvindt en tegelijkertijd bestaande trilvenen verdwijnen door voortgaande successie. Het behoud en de uitbreiding van trilvenen zijn cruciaal voor de biodiversiteit van laagvenen. Het onderzoek benadrukt dat het behoud van bestaande trilvenen alleen onvoldoende is en dat het stimuleren van mesotrofe verlanding essentieel is. Naast abiotische factoren belemmeren ook biotische factoren, zoals vraat door watervogels, uitheemse rivierkreeften en het ontbreken van biobouwers, de mesotrofe verlanding. Het onderzoek omvat literatuurstudies, experimenten en modelonderzoek om grip te krijgen op deze belemmeringen en maatregelen vast te stellen.

Adviezen voor beheer:

  • Voorkomen van uitbreiding van uitheemse rivierkreeften naar nieuwe locaties door fysieke barrières en onderzoek naar innovatieve vangtuigen.
  • Tijdelijk uitrasteren van petgaten met gaas en lint om vraat door watervogels tegen te gaan.
  • Optimaliseren van abiotische condities door het verminderen van nutriëntbelastingen.
  • Inbrengen van maaisel uit goed ontwikkelde trilvenen om biobouwers te stimuleren, bij voorkeur in combinatie met maaien van verlandingsvegetaties.
  • Onderzoek naar effecten van maaibeheer met amfibievoertuigen zoals truxor in jonge verlandingsvegetaties.

Adviezen voor beleid:

  • Implementatie van beleidsmaatregelen om uitbreiding van uitheemse rivierkreeften te voorkomen en innovatieve vangmethoden te ondersteunen.
  • Stimuleren van tijdelijk uitrasteren van petgaten en optimaliseren van abiotische condities door nutriëntbeheer.
  • Financiële prikkels voor terreinbeheerders om maatregelen voor biobouwers en maaibeheer uit te voeren.
  • Ondersteunen van onderzoek naar effecten van maaibeheer met nieuwe technologieën.
  • Betrekken van belanghebbenden bij beleidsvorming en implementatie om draagvlak te creëren voor maatregelen ter bevordering van trilvenen.