Bodem
Bodem in natuurbeheer
De bodem vormt in zowel de land- en bosbouw als in bij ontwikkeling en beheer van natuurkwaliteit de basis. De bodem is het deel van de ondergrond waar als gevolg van de bodemvormende factoren moedermateriaal, klimaat, topografie, biologische activiteit en tijd veranderingen hebben plaatsgevonden. De veranderingen zijn onder andere zichtbaar in de vorming van een bodemprofiel met bodemhorizonten. Daarnaast bestaan ‘vaaggronden’ zoals in stuifzanden, kwelders of natte veengronden, in deze bodem is nauwelijks sprake van een profiel met horizonten.
Bodemprocessen zijn onder andere afbraak van organische stof, humusvorming, veraarding (van veen bij drooglegging), verzuring (uitspoeling van bufferstoffen). De aard en de snelheid van deze processen zijn afhankelijk van fysische (temperatuur, water), chemische (zuurstof, mineralen) en biologische (schimmels/bacteriën, bodemfauna) factoren.
Over de rol van bodem in natuurbeheer verscheen in 2016 een speciaal themanummer van de OBN-nieuwsbrief 'Bodem weer in balans'.
IndelingIn de verschillende tabbladen op deze themapagina wordt ingegaan op de meest bepalende eigenschappen van de bodem, problemen die er is bos- en natuurbeheer spelen met betrekking tot de bodem, en de mogelijke maatregelen om deze problemen te verhelpen. Onder Natuurtypen worden per natuur- en beheertype specifieke bodem-problemen en bijhorende oplossingen behandeld.
Meer informatie over bodemvorming in relatie tot natuur is ook te vinden op de website van Kennisplatform Bodem en natuur.