N17.05 Wilgengriend
Doorgeschoten griend in de Biesbosch
In de Biesbosch zijn twee doorgeschoten grienden onderzocht door Alterra in het kader van het onderzoek naar bosreservaten: de Oude Kat in de Sliedrechtse Biesbosch en Keijzersdijk in de Brabantse Biesbosch). Het ging om grienden die in de jaren ‘50 van de vorige eeuw voor het laatst gekapt zijn. Aanvankelijk ontwikkelde deze doorgeschoten grienden zich monotoon met tot wilgenstaken ontwikkelende stoven. Het gelijkjarige bos had een monotone opbouw en een ondergroei van ruigtekruiden. Na 40 jaar ontstonden door stormen een heel structuurrijk wilgenbos. Omgewaaide wilgen liepen weer uit op de stam. De wortelkluiten zorgden voor kleine hele droge milieus waarbij er achter de wortelkluiten een poel ontstond. De door wind opengewaaide plekken in het bos ontwikkelden zich tot ruigte. Naast bossoorten als ijle zegge, bloedzuring, speenkruid, groot heksenkruid zijn nieuwe soorten in het structuurrijke bos gevestigd zoals knopig helmkruid op wortelkluiten, tongvaren en steenbreekvaren op omgewaaide bomen en bosmuur. Voor typische bosbewonende vogels geldt hetzelfde. Naarmate de doorgeschoten grienden ouder dan 40-50 jaar zijn en door storm meer structuur krijgen kunnen spechtensoorten zich vestigen soorten als appelvink en wielewaal.
Meer over dit onderzoek aan doorgeschoten griend in het rapport Wentelwilgen, wortelkluiten en wave diebacks.
Behouden griend in de Biesbosch
De Pannekoek is een voorbeeld van een griend die behouden is gebleven en nog steeds onderhouden wordt om museale doeleinden. Het gebied is circa 12 hectare groot. Belangrijk is dat je voor zo´n ‘museumgriend’ een flinke oppervlakte nodig hebt om alle stadia te kunnen laten zien. Deze griend is goed te bezoeken.