N12.04 Zilt- en overstromingsgrasland
Maaiveldverlaging versterkt zoute kwel
Voldoende zoutgehalte in het grondwater is geen garantie voor geschikte bodemsaliniteit ter hoogte van het maaiveld. Laaggelegen gebieden kunnen bijvoorbeeld regelmatig door zoet water overstroomd raken, waardoor de zoete invloed hoog is en de zilte graslanden verdwijnen. Bij hoogliggende gebieden kan het grondwater weer te diep zitten, waardoor het beschikbare water in de toplaag voornamelijk zoet regenwater is. Maaiveldverlaging kan de invloed van zoute kwel versterken. Dit is met succes toegepast in de zuidkust van Schouwen, Abtskolk & De Putten, en de Groningse Klutenplas.
Kwelbuizen bevorderen verzilting
Plaatsing van zogenaamde kwelbuizen helpt de aanvoer van zoute kwel uit diepere zandlagen bevorderen. Dit zorgt voor het verzilten van gebieden met onvoldoende zoutgehalte in het oppervlakkige grondwater door bijvoorbeeld een stijghoogte van brak of zoet grondwater dat tot boven het maaiveld reikt. Plaatsing van kwelbuizen is onder meer toegepast bij realisatie van het Plan Tureluur langs de zuidkust van Schouwen. Kwelbuizen dienen wel regelmatig te worden gecontroleerd en onderhouden.
Inundatie voor zout en zaden
Waar sprake is van een geconcentreerde toevoer van zout water kan de zilte invloed worden vergroot door een gebied kunstmatig te inunderen of door het zoute water door het gebied te leiden. De meeste vegetatietypen van zilt grasland hebben echter maar een relatief beperkte tolerantie tegen langdurige overstroming. In de Klutenplas in Groningen is een dicht stelsel van greppels aangelegd om zout kwelwater door het gebied te leiden en het gebied te laten overstromen. Zie het voorbeeld van de Klutenplas, artikel ‘Vestiging van binnendijkse brakwatervegetatie langs de Groninger kust’ in De levende natuur.
Veel plantensoorten die als doelsoort voor zilt grasland gelden worden via hun zaad makkelijk door water verspreid en overstromingen kunnen zo eveneens bijdragen aan verspreiding van soorten over een gebied.
Inrichting nieuwe zilte gebieden
Bij de inrichting van nieuwe gebieden is de grootste uitdaging doelsoorten in het gebied te laten vestigen. Binnendijks gelegen zilte graslanden liggen vaak geïsoleerd en de vraag bij inrichting van nieuwe gebieden is of plantensoorten die als doelsoort kunnen worden aangemerkt deze gebieden wel eenvoudig via spontane vestiging (vanuit de zaadbank of nabijgelegen gebieden) kunnen koloniseren. Alternatieve mogelijkheden zijn:
- Het inbrengen van plantenmateriaal uit zogeheten vloedmerken of maaisel uit andere (referentie)gebieden. Vloedmerk is de concentratie van aanspoelsels langs de vloedlijn; het is een goedkoop en zeer zadenrijk alternatief voor maaisel, wanneer er geen binnendijkse gebieden met brakwatervegetatie voorhanden zijn. De vraag hierbij is wel of alle doelsoorten hierin zijn vertegenwoordigd.
- Het overplanten van plaggen (zoden) uit andere (referentie)gebieden. Translocatie van plaggen is de enige methode die op korte termijn (binnen vier jaar) tot een goed ontwikkelde zilte vegetatie leidt. Het overbrengen van zoden heeft als bijkomend voordeel dat ook gespecialiseerde zouttolerante (halobionte) ongewervelden (met name insecten en spinnen) hiervan kunnen profiteren en naar een nieuw gebied worden overgebracht. Omdat dit erg arbeidsintensief is en zelden vlakdekkend kan worden uitgevoerd, kan deze methode het beste worden aangevuld met een andere techniek, zoals translocatie van zaden of gedroogd maaisel. De kieming van zaden is daarbij sneller, maar maaisel leidt op kortere termijn tot een gesloten vegetatie. Zie het Vlaamse Onderzoek naar de inrichting van binnendijkse zilte graslanden.
Herstel van overstromingsvlakten
Herstel van overstromingsvlakten/graslanden is op meerdere locaties mogelijk. Het volstaat soms om de zomerkade af te graven. Het beheer van dit soort graslanden is lastig omdat zij langdurig tot in het voorjaar onder water staan. Overstromingsgraslanden hebben bij een intensief, verschralend beheer de mogelijkheid om zich te ontwikkelen in de richting van grote vossestaartgraslanden en glanshaverhooilanden.
In het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) wordt op vrij grote schaal langs de rivieren een herstelbeheer gevoerd aan overstromingsgraslanden. Deze overstromingsgraslanden kunnen zich door intensiever beheer (maaien en afvoeren) ook ontwikkelen tot grote vossestaartgraslanden en glanshaverhooiland.
Water vasthouden achter zomerkade
De Oude Waal in de Gelderse poort is een grootschalig gebied (140 ha.) met een oude loop van de Waal voorkomend als moeras en open water en aangrenzende overstromingsgraslanden en ruigten die jaarrond begraasd worden. Om te voorkomen dat in het voorjaar en de zomer het (grond) water te diep wegzakt, worden de zomerkaden op een andere wijze gebruikt dan zij oorspronkelijk bedoeld zijn. Water wat met hoge rivierstanden over de zomerkade het gebied van de Oude waal binnenkomt wordt zo lang mogelijk in het voorjaar vastgehouden.