N08.03 Vochtige duinvallei
Vooronderzoek nodig
Voor alle vormen van herstelbeheer van natte duinvalleien is het nodig om van tevoren te onderzoeken welke karakteristieke dier- en plantensoorten in het gebied voorkomen. Vervolgens kunnen de herstelmaatregelen zodanig worden uitgevoerd dat er geen populaties verloren gaan. Dit is vooral van belang wanneer de duinvalleien een geïsoleerde ligging hebben en de hervestiging van karakteristieke soorten waarschijnlijk moeilijk zal verlopen. Indien er meerdere kleine duinvalleien dicht bij elkaar liggen, dan kunnen ze beter gefaseerd over meerdere jaren worden hersteld.
Verder is het belangrijk om vast te stellen wat de invloed is van grondwaterwinning, nabijheid van intensieve landbouwbedrijven of de aanwezigheid van dichte naaldboomplantages op het gebied, omdat deze factoren verzuring en vermesting kunnen veroorzaken. Hierop moeten de schaal en fasering van de herstelmaatregelen worden afgestemd, evenals de benodigde duur van de herstelprojecten.
Herstel waterhuishouding is voorwaarde
Om de toestroming van grondwater te herstellen, moet de grondwaterstand worden verhoogd. Dit kan gebeuren door waterwinning te verminderen of door vegetatie die veel verdampt te vervangen door vegetatie die minder verdampt, bijvoorbeeld door naaldbos om te vormen naar loofbos. In drinkwaterwingebieden met infiltratie van rivierwater (met name in de Hollandse duinen) zijn de laatste decennia aanpassingen geweest in de productie van drinkwater. Het rivierwater wordt nu voorgezuiverd voordat het de grond wordt ingepompt. Ook is er sprake van zogeheten 'diep-infiltratie' (infiltratie naar diepere bodemlagen), zodat de grondwaterstroming in de ondiepere delen van het duingebied zich kan herstellen. Dit versterkt de toestroming van natuurlijk en schoon grondwater; de beïnvloeding door vuil grondwater neemt af. Deze maatregelen kunnen plaatsvinden in combinatie met grootschalig herstel van vervuilde duinvalleien door het afgraven of plaggen van de toplaag en door het opnieuw laten verstuiven van duingebieden. Zie bijvoorbeeld de rapporten 'Effectgerichte maatregelen tegen verdroging, verzuring en stikstofdepositie in beekdalen (Twente) en natte duinvalleien in het Renodunale District (Goeree-Overflakkee)' en 'Effectiviteit van herstelbeheer in vennen en duinplassen op de middellange termijn'.
Afplaggen na verbetering hydrologie
Vochtige, kalkrijke duinvalleien kunnen zich opnieuw ontwikkelen dankzij plagwerkzaamheden. Het meest kansrijk is deze maatregel als ook de grondwatertoevoer is hersteld. Gebleken is dat plaggen op grotere schaal betere resultaten biedt voor de plantengroei dan kleinschalig plaggen. Om de effecten van extreem natte of droge jaren te kunnen opvangen, is het nodig om ook de hogere duinvalleigedeelten mee te nemen. Plag- en baggerwerkzaamheden in natte duinvalleien kunnen voor de fauna het beste worden uitgevoerd in de late zomer of het najaar, wanneer de waterstand van nature op het laagste peil staat.
Belangrijk is dat bij het plaggen bestaande groeilocaties van doelsoorten worden gespaard, zodat ze zich van daaruit opnieuw op het afgeplagde stuk kunnen vestigen. Door bij grootschalige projecten het plaggen te spreiden over meerdere jaren, kunnen restpopulaties van planten en dieren overleven. Handhaving van belangrijke overgangen van laag naar hoog en van droge delen naar tijdelijke wateren en permanente duinplassen is voor de flora en fauna belangrijk.
Nieuwe duinvalleien door dynamisch kustbeheer
Door het afgraven van begroeiing kan in gestabiliseerde duinen de verstuivingsdynamiek worden hersteld. Hierdoor is het mogelijk dat er uitstuiving tot het grondwater optreedt, waardoor nieuwe secundaire duinvalleien ontstaan.
Het aanleggen van kerven in de kunstmatige zeereep is een andere methode om de mobiliteit van duinen terug te krijgen. Door de paraboolvorming opnieuw in gang te zetten kunnen nieuwe, langdurig mobiele duinen ontstaan.
Nieuwvorming van duinvalleien wordt sterk gestimuleerd door de uitvoering van dynamisch kustbeheer. De laatste decennia is het areaal duinvalleien op de Waddeneilanden zelfs toegenomen. Dit is grotendeels het resultaat van aanlanding van zandplaten (Texel, Schiermonnikoog), maar ook van zandsuppleties. Hierdoor is er de laatste decennia veel dynamiek op eilandkoppen en eilandstaarten ontstaan. Wanneer op termijn ook bestaande stuifdijken weer plaats gaan maken voor natuurlijke sluftersystemen, dan komt er nog meer ruimte voor de (kleinschalige) ontwikkeling van duinvalleien. Zie ook het rapport 'Ontwikkeling van eilandstaarten.
Meer informatie
- Langetermijneffecten van extensieve duinbegrazing in kalkarme kustduinen
- Nieuwsbrief vanuit het OBN onderzoek naar herstel konijnenpopulaties in de kustduinen
- Ontwikkeling van zoet-zout gradiënten met en zonder dynamisch kustbeheer
- Effectiviteit van herstelbeheer in vennen en duinplassen op de middellange termijn
- Effectgerichte maatregelen tegen verdroging, verzuring en stikstofdepositie in beekdalen (Twenthe) en natte duinvalleien in het Renodunale District (Goeree-Overflakkee)