N06.01 Veenmosrietland en moerasheide
Veenmosrietland
Veenmosrietland bestaat uit een vrij ijle rietlaag met een door veenmossen gedomineerde ondergroei, met soorten als ronde zonnedauw en varens zoals kamvaren.
Veenmosrietland en moerasheide zijn oude verlandingsstadia in de reeks van open water naar moerasbos. Vanuit jong rietland kan bij een toenemende dikte van de veenbodem de invloed van grond- en of oppervlaktewater afnemen, waardoor veenmossen in dominantie kunnen toenemen en het milieu verder verzuurt en sterker afhankelijk wordt van regenwater; bij nog verdere verzuring kan een veenmosrietland langzaam overgaan in moerasheide.
Veenmosrietlanden, riet- en andere open moeraslanden zijn vanouds in gebruik als hooilanden en voor de winning van riet, veenmos en dergelijke. Het hooien en de rietwinning heeft invloed op het proces van veenvorming en remt de successie naar ruigte- en bosvorming. Bij het beheertype veenmosrietland is het doel is nu natuurbeheer en niet meer exploitatie. Tegenwoordig worden veenmosrietlanden nog steeds in stand gehouden door maaien en afvoer van maaisel.
In veenmosrietland moet het waterpeil min of meer constant zijn. Als de waterhuishouding en waterkwaliteit in veenmosrietlanden intact blijft – niet te droog en niet te voedselrijk – en ze jaarlijks gehooid worden, kunnen ze jarenlang standhouden.
Habitattype
Veenmosrietland valt onder het beheertype H7140 Overgangs- en trilvenen
Moerasheide
Moerasheide is een vegetatietype dat met zekerheid alleen uit Nederland bekend is. Het kenmerkt zich door voedselarmoede te midden van voedselrijkere laagveenmoerassen, en is soortenarm. Veenmossen domineren de open lage vegetatie, in combinatie met soorten van natte heide en hoogveen zoals gewone dophei en verschillende soorten bosbessen.
In de ontwikkeling van open water naar moerasbos, is moerasheide een opvolging van veenmosrietland. Het ontstaat op plaatsen in het veenmosrietland die boven het bereik van het grond- en/of oppervlaktewater groeien, doorgaans door hoogveenvorming: de veenmossen groeien omhoog en vormen een eigen (regen)waterspiegel. Een klein deel van de zo ontstane veenmosrietlanden ontwikkelt zich door tot moerasheide.
Habitattype
Moerasheide valt onder het habitattype H401B Vochtige heiden