Close Menu

N03.01 Beek en bron

Variant Beek
Beken voeren water af uit stroomgebieden van verschillende grootte. Het water is hoofdzakelijk afkomstig van grondwater, uit het ondiepe of het diepe grondwatersysteem. Daarnaast kunnen, in hellende gebieden en bij zeer hoge grondwaterstanden, beken ook gevoed worden door water dat over het maaiveld stroomt.

Beken ontspringen uit een bron of opwellend grondwater, en groeien samen met andere beekjes en toestromend grondwater tot beken met een grotere waterafvoer en dimensie. Bij hogere stroomsnelheden kan meandering optreden, en in de loop van de tijd kunnen meanders weer worden afgesneden. Veel Nederlandse beken zijn vergraven en volgen niet langer hun natuurlijke loop.

Variant Bron
Bronnen of brongebieden zijn plaatsen waar op natuurlijke wijze grondwater uittreedt. Ze kunnen echter ook door mensen zijn aangelegd, zoals bij artesische putten, sprengen en bronvijvers. Bronnen zijn gebonden aan glooiende, heuvelachtige landschappen met hellingen op stuwwallen of terrassen, met een afwisseling van goed en slecht doorlatende bodemlagen in de ondergrond. De lagen zorgen ervoor dat inzijgend water zich verzamelt in een lokaal waterlichaam met één of enkele overlopen. Op een dergelijke locatie treedt het hele jaar of een groot deel van het jaar grondwater uit.

Het bronwater heeft de volgende kenmerken:

  • een constante watertemperatuur;
  • een constant debiet;
  • een laag zuurstofgehalte dat bij uittreding snel tot verzadiging oploopt; 
  • een constante chemische samenstelling die nauw samenhangt met de geologische ondergrond van het doorstroomgebied.

In het OBN onderzoek 'Kleine ecotopen in de hydrologische gradiënt' vindt u uitgebreide informatie over het ecotype 'bronnen'. Dit gaat over zowel de natuurwaarden van dit type, als de bedreigingen en herstelmaatregelen.