Close Menu

N03.01 Beek en bron

Herstel van systeemvoorwaarden
Een van de belangrijkste ecologische kenmerken van een goed functionerende beek is de continue en relatief constante afstroming van beekwater. Dit is te bereiken door te sturen op de natuurlijke heterogene morfologie van de beekbedding. De stromingssnelheid van de beek blijft gelijkmatig over de seizoenen dankzij een natuurlijke, meanderende loop en de daarin aanwezige structuren, zoals dood hout, blad en bodemmateriaal. Deze systeemvoorwaarden zijn afhankelijk van de morfologie en de hydrologie van de beek.

Hermeandering en beekherstel
Er is in de afgelopen jaren gewerkt aan het herstel van oude meanderingen van beken om de morfologie van beken te herstellen om water vast te houden en natuur kans te geven. Het OBN Deskundigenteam Beekdallandschap heeft hierover de brochure 'Van stroomgoot tot beekdallandschap' geschreven. Bij de hermeandering en het beekherstel is veel aandacht voor het beekdallandschap als een overstromingslandschap waarin water en land elkaar sterk beïnvloeden.

Bij het hermeanderen van beken worden drie hoofdtypen beekprofielen gebruikt:

  • In het twee fasenprofiel functioneert een breder winterbed als waterbergings- en inundatiezone en als drager van natte natuur.
  • In het plas-dras-profiel wordt de beek voorzien van een wal op het flauwe talud, waardoor hoge afvoeren over de wal inunderen terwijl bij lagere afvoeren continue stroming blijft gewaarborgd.
  • In het verondiepte, verbrede profiel wordt de beek ondieper en smaller gemaakt, waarbij inundatie van beekbegeleidende gronden mag optreden.

Doorstroming continu en constant
Naast hermeandering zijn er nog andere mogelijkheden om de doorstroming zo continu en constant mogelijk te houden:

  • Het verwijderen van drainage, het bevorderen van infiltratie, het wijzigen van de wateronttrekking en het aanleggen van hydrologische buffers zorgt dat het grondwaterpeil stijgt, en maakt het mogelijk om kwelstromen beter te benutten.
  • Het ontwikkelen van inundatiezones, het vergroten van retentiemogelijkheden en het herstellen van het oorspronkelijke stroomgebied vertraagt in natte perioden de piekbelasting van het beeksysteem, terwijl er in de drogere perioden meer water overblijft om de stromingssnelheid op peil te houden.
  • Het verwijderen van stuwen en de aanleg van nevengeulen zorgt dat er niet langer kunstmatig water wordt vastgehouden, en dat de beekafvoer op een meer natuurlijke manier met natte en droge periodes om kan gaan.

Dood hout wekt beek tot leven
Vroeger hoorde het verwijderen van omgevallen bomen, takken en ophopingen van blad uit beken bij het normale beekbeheer. Dat zorgde echter voor een versnelde stroming en insnijding van de beek. Het inbrengen van omgevallen bomen, takken en bladeren is een kosteneffectieve methode die processen herstelt die thuis horen in een beek. Het zorgt voor waterretentie, biedt structuren aan beekfauna en -flora, herstelt de natuurlijke voedselkringloop en werkt goed tegen verdroging. Kortom: het inbrengen van dood hout wekt beken weer tot leven. Deze maatregel kan echter alleen toegepast worden als de morfologische en hydrologische kwaliteit van de beek op basisniveau is gebracht, via het herstel van de systeemvoorwaarden, de meandering en de doorstroming van de beek.