Close Menu

Nat zandlandschap

Vernatting
Voor de hand liggende herstelmaatregelen om de effecten van verdroging tegen te gaan, zijn voor het overgrote deel van het natte zandlandschap het dempen van greppels en sloten of - als het niet anders kan - het plaatsen van dammen of stuwen om water in ieder geval tijdelijk op een hoger peil te krijgen. Echter, voordat wordt besloten tot het nemen van vernattingsmaatregelen is een goede analyse van het oorspronkelijke en huidige functioneren van het lokale en grotere hydrologische systeem in relatie tot de vegetatie en fauna noodzakelijk.

Voor herstel van oorspronkelijke biotopen is herstel van het grotere hydrologische systeem vaak cruciaal, om wegzijging te verminderen om kwel van gebufferd grondwater in het terrein te herstellen. Dit herstel is in oorspronkelijk door kwel van gebufferd grondwater gevoede terreindelen bovendien nodig om de negatieve effecten van verzuring van de afgelopen decennia zoveel mogelijk ongedaan te maken.

Versterking van de invloed van grondwater leiden tot herstel van soortenrijke overgangen (gradiƫnten) tussen regenwatergevoede en grondwatergevoede situaties.

Met name in zogenoemde doorstroomsysteem is het belangrijk ervoor te waken dat te snel (en daarmee te veel) neerslagwater over het bodemoppervlak kan worden afgevoerd. Hier vindt afstroming op een natuurlijke wijze plaats via een stelsel van laagtes met lage drempels. Deze natuurlijke drempels dienen in stand te worden gehouden ten behoeve van een getemperde afvoer. Deze laagten moeten zeker niet worden afgedamd om maar zoveel mogelijk water vast te houden. Langdurig stagnerend oppervlaktewater is hier ongunstig, omdat daardoor (veen)mosgroei geremd kan worden, plantensoorten van stromend grond- en oppervlaktewater achteruit zullen gaan en de kans op interne eutrofiƫring toeneemt.

Soorten sparen bij vernatting
Vernatting, zeker wanneer daarbij over grotere oppervlakte een snelle verhoging van het waterpeil optreedt, kan negatieve neveneffecten hebben voor de vegetatie en fauna. In terreinen waar de kans bestaat dat zich restpopulaties van zeldzame en karakteristieke planten- en diersoorten hebben kunnen handhaven, is het bij hersteloperaties van groot belang dat deze soorten zich ook tijdens en na de uitvoering van herstelmaatregelen kunnen handhaven en uitbreiden. Het is uiteraard niet de bedoeling dat herstelbeheer de nekslag wordt voor deze kwetsbare populaties. Hier vergt herstelbeheer een goede voorbereiding met gedegen vooronderzoek en maatwerk, bijv. fasering van maatregelen in tijd en ruimte al dan niet tezamen een langzame zeer geleidelijke peilverhoging.  
Bij de beschrijving van de beheertypen wordt meer gedetailleerd op herstelbeheer ingegaan.