Duin- en kustlandschap
Herstel dynamiek
De beste manier om behoud van de natuurwaarden van duin- en kustlandschappen te verzekeren is om de oorspronkelijke dynamiek te herstellen waar dat de veiligheid niet in gevaar brengt. Dat betekent dus het toelaten, bevorderen of weer in gang te zetten van de processen van verstuiving, van overstroming met zeewater, van het ontstaan van gaten in de zeereep, duin- en kweldervorming en dergelijke. Er wordt momenteel in duin- en kustlandschappen zowel geëxperimenteerd met maatregelen die gunstige uitgangssituaties voor deze processen scheppen als met maatregelen die de successie terugzetten.
Ook aan herstel van brakke milieus in de riviermondingen wordt gewerkt, zo worden bijvoorbeeld in 2018 de Haringvlietsluizen ‘op een kier' gezet zodat er wat zeewater doorheen kan stromen. Het besef dat natuurlijke dynamiek nodig is voor het kustgebied, leeft gelukkig al langer. Met name op de Waddeneilanden wordt vanuit dat besef enerzijds kustaangroei verwelkomd, en anderzijds ook afslag toegelaten. Ook de aanleg van de ‘halfopen' Oosterscheldedam getuigt van dit besef. Van groot belang zijn ook de afspraken die in Noord-Holland zijn gemaakt tussen de Natuurbeheerders en de verantwoordelijke instanties voor de kustveiligheid. Daar wordt waar mogelijk de dynamiek in de zeereep weer toegelaten: het zogenoemde Dynamisch Zeereepbeheer ingezet, zie onder andere het Deltares-rapport 'Dynamisch kustbeheer en de 'Beleidsevaluatie dynamisch handhaven'. Sinds deze afspraken gemaakt zijn in 1998 komt de vorming van paraboolduinen hier weer goed op gang.
Ingrijpen zonder natuurlijke dynamiek
Het is echter zo dat veel natuurgebieden van het kustlandschap het zonder of met heel weinig natuurlijke dynamiek moeten stellen en de dynamiek ook op termijn niet terug zullen krijgen. Dat heeft uiteenlopende oorzaken. De kustdynamiek is niet terug te krijgen in sterk versnipperde duingebieden en afgesneden zeearmen, bijvoorbeeld daar waar pal achter de zeereep drinkwater wordt geproduceerd, of waar een landelijk belangrijke gasleiding langs de buitenste duinenrij loopt. Ook aanlandingspunten voor kabels en leidingen vormen belangrijke belemmeringen. Toch is ook in deze situaties met een kleinschaliger en meer gecontroleerde dynamiek nog veel winst te behalen.
Als in de dynamiekarme natuurgebieden van het kustlandschap nu niets aan beheer wordt gedaan, zet de ontwikkeling in de richting van bossen en stabiele ecosystemen verder door. Op termijn zullen die gebieden meer en meer gaan lijken op binnenlandse ecosystemen. De beheerders staan hier dus voor de keuze om de natuur haar gang te laten gaan, deze ontwikkeling te bevorderen, of tegen te gaan door het terugzetten van de vegetatiesuccessie. Waar dat nog niet is gebeurd, is heroverweging en vastlegging van de doelen en beheersplannen nodig om behoud van de biodiversiteit te verzekeren. Bij zeer rigoureus ingrijpen gaan mogelijk waardevolle duinbossen verloren. Bij niets doen verliest het betreffende gebied mogelijk haar laatste restpopulaties van de karakteristieke flora en fauna van de jongere successiestadia van het duin- en kustlandschap, terwijl deze door een vorm van regulier- of herstelbeheer wel kunnen worden behouden. Maatregelen die mogelijk uitkomst kunnen bieden zijn naast het groot- en kleinschalig stimuleren van verstuiving in gang brengen of bevorderen : plaggen, chopperen, maaien, branden, verwijderen van opslag, kappen van naaldbossen en begrazen.
Inrichting
Zowel het blijvende gebrek aan dynamiek, alsook de zeespiegelstijging die naar verwachting in de toekomst gaat optreden, maakt een herbezinning over de inrichting van het kustgebied nodig. De zeespiegelstijging zal op termijn leiden tot verlies van natuurgebieden door ‘verdrinking', door toenemende erosie en door intensievere kustverdediging. Aan de andere kant biedt de zeespiegelstijging ook mogelijkheden voor nieuwe natuurgebieden. De natuur van natte, zoute en brakke standplaatsen kan bijvoorbeeld nieuwe kansen krijgen door hier en daar in polders weer zeewater naar binnen te laten stromen of door terreinen grenzend aan de zee op te spuiten met zand. In de huidige situatie is de overgang van de duinen naar de cultuurgronden bijna overal opvallend abrupt. Het lijkt een goed idee om ook in de binnenduinrand mogelijkheden te scheppen voor nieuwe kustnatuur met geleidelijke overgangen.
Veel overleg tussen en samenwerking van de instanties die waken voor de kustveiligheid met duinbeheerders en in kustlandschappen gespecialiseerde ecologen en geomorfologen is hierbij essentieel. Of de herinrichting van het kustgebieden daadwerkelijk zal bijdragen aan het behoud van de natuurwaarden, zal in hoge mate afhangen van de uitkomst van dit proces.