Deskundigenteam Beekdallandschap
Kwantificering van ecologisch relevante kwelfluxen voor grondwaterafhankelijke habitattypen in beekdalen
Probleemstelling: Veel terrestrische habitattypen in beekdalen zijn afhankelijk van toestroming van basenrijk en nutriëntenarm grondwater. Kwel zorgt voor buffering van de zuurgraad en voor continu hoge grondwaterstanden. Als gevolg van ontwatering en onttrekking van grondwater is deze toestroom sterk afgenomen. Dit leidt tot verzuring en verdroging, waardoor veel basenrijk-afhankelijke vegetatietypen zijn verdwenen of sterk in kwaliteit achteruit zijn gegaan. Bij de uitwerking van inrichting- en beheersmaatregelen in beekdalgebieden wordt vaak herstel van kwelfluxen nagestreefd. Hiervoor gebruiken beheerders bijna altijd regionale grondwatermodellen. Uit lopend OBN onderzoek blijkt echter dat verschillende methoden om kwelfluxen te kwantificeren in hetzelfde gebied leiden tot zeer uiteenlopende resultaten. Dit maakt het lastig om te bepalen in welke mate fluxen moeten worden verhoogd om kwelafhankelijke habitattypen te beschermen. Datzelfde geldt voor het beoordeling van bestaande en nieuwe activiteiten zoals aanleg van drainagemiddelen en grondwateronttrekking voor beregening of drinkwaterwinning.
Beleidscontext: Het vergroten van kwelfluxen is een belangrijke maatregel in herstelstrategieën van onder andere de habitattypen blauwgrasland, kalkmoeras, trilvenen, alluviaal bos en zwak gebufferde vennen. Toename van kwel zorgt namelijk voor een hogere aanvoer van basenrijk grondwater waardoor de bodem beter gebufferd wordt tegen verzuring en het verzurende effect van een hoge N depositie kan worden geneutraliseerd. Daarnaast zorgt een toename van kwel voor extra aanvoer van water en dus hogere en stabielere grondwaterstanden waardoor verdroging wordt opgeheven. Wanneer onvoldoende duidelijk is in welke mate kwelfluxen moeten worden verhoogd om het verzurend effect van atmosferische N-depositie te neutraliseren is er een risico dat bestaande maatregelpakketten, zoals de aanleg van hydrologische bufferzones, onvoldoende blijken om de doelen te halen. Bovendien kan het niet of niet op de juiste wijze meenemen van kwel ertoe leiden dat activiteiten worden toegestaan die een significant negatief effect veroorzaken op de instandhoudingsdoelen.
Doel van het onderzoek: Dit onderzoek heeft als doel bestaande methodes om kwel te kwantificeren op basis van veldmetingen op een rij te zetten, en het uitwerken van enkele methoden om ecologische relevante kwelfluxen te kwantificeren op basis van metingen, verzadigde grondwatermodellen, onverzadigde zonemodellen en andere rekenmethoden.Vervolgens worden van de perspectiefvolle methoden uitgetest en geëvalueerd op een dataset met hoogfrequente grondwaterstandsmetingen in verschillende gebieden met diverse kwelafhankelijke habitattypen.Op basis van habitattype en de lokale situatie en atmosferische zuurdepositie wordt een methode ontwikkeld waarmee de ecologisch noodzakelijke kwelflux kan bepaald worden.Tot slot kan er een link gelegd worden tussen empirische bepaalde fluxen en fluxen uit regionale modellen, om zo inzicht te krijgen in eventuele afwijkingen tussen beide en de oorzaken die hieraan ten grondslag liggen.