OBN Webinar Ecologisch Assessment: Versnippering/connectiviteit
In 2020 hebben de Deskundigenteams van het OBN tijdens een omvangrijk ‘ecologisch assessment’ vastgesteld wat de ecologische stand van zaken is in hun gebied en welke knelpunten er zijn voor behoud, herstel en verdere ontwikkeling. Dat resulteerde in zes aangrijpingspunten voor natuurherstel. Eén daarvan is het ‘vergroten van het areaal en connectiviteit’. Het OBN Webinar van 14 september 2021 was aan dit onderwerp gewijd.
Areaal en connectiviteit zijn belangrijk, maar de kwaliteit moet voorop staan
De eerste spreker was David Kleijn, hoogleraar Plantenecologie en Natuurbeheer bij Wageningen University and Research. Samen met zijn studenten onderzoekt hij de invloed van bijvriendelijk beheer op de bijenpopulaties in Zuid-Limburg. Hij monitort het gebied zelf, maar ook naburige percelen en controlepercelen op grotere afstand. De verwachting is dat de bijen op de naburige percelen ook zullen profiteren van het bijvriendelijke beheer op de onderzoekslocaties. De eerste resultaten lijken positief, maar het is nog te vroeg om conclusies te trekken.
David Kleijn start zijn presentatie met de klassieke Eilandtheorie van MacArthur & Wilson en de Metapopulatie-theorie van Levins. Die stellen dat grotere natuurgebieden leiden tot een kleinere uitsterfkans van planten en diersoorten en dat verbindingen de kans op (her-)kolonisatie vergroten. Hieruit volgt het advies voor natuurbeheer: maak gebieden zo groot mogelijk en als dat niet mogelijk is, verbind ze dan.
Kleijn plaatst hier kanttekeningen bij. Natuurlijk zijn grote natuurgebieden en ecologische verbindingen goed, maar ze zijn niet zaligmakend. Voor bedreigde vlindersoorten is het bijvoorbeeld beter om een heleboel kleine geschikte habitats te hebben, dan weinig grotere. De verschillende kleine gebieden bieden immers meer variatie en zullen daarom meer verschillende soorten herbergen. Het belang van areaal en connectiviteit varieert per soortengroep. Een langlevende den heeft bijvoorbeeld minder ruimte nodig dan een soort die zich sneller voortplant en een vogel heeft minder behoefte aan een ecoduct dan een grondgebonden soort. Bovendien is niet elke verbindingszone geschikt voor elke soort. In Nederland worden op dit moment vooral natte verbindingszones aangelegd, maar daar heeft de heidezegge bijvoorbeeld helemaal niets aan. Tot slot spelen er bijna altijd factoren een rol die nog belangrijker zijn dan areaal en connectiviteit, en dan met name de abiotische kwaliteit. Als een natuurgebied gebukt gaat onder hoge stikstofdepositie, verdroging of verzuring, heeft vergroten en verbinden weinig zin. De kwaliteit moet eerst op orde zijn.
Verbind niet alleen de natuur, maar ook de mensen
Pieter Puts is veldmedewerker bij Natuurrijk Limburg, een organisatie die boeren en particulieren stimuleert om op eigen terrein activiteiten te ontplooien die tot meer biodiversiteit en herkenbaarheid van het buitengebied leiden. Het gaat met name om de aanleg en het beheer van bloemrijk grasland, heggen en poelen, maar ook andere zaken. De typisch Zuid-Limburgse ronde drinkbakken voor het vee kunnen bijvoorbeeld makkelijk worden omgebouwd tot paddenpoel. Ook zijn er de laatste tijd veel broedstoven voor het vliegend hert aangelegd. Deze landschapselementen spelen een belangrijke rol als verbinding en stapsteen tussen de N2000 gebieden. Een verweving van natuur en landbouw is cruciaal.
Puts benadrukt dat het niet alleen gaat om ruimtelijke verbindingen in het landschap, maar ook om verbindingen tussen personen en organisaties. Natuurrijk Limburg besteedt veel aandacht aan de begeleiding van de deelnemers, door individuele gesprekken, groepsbijeenkomsten en informatie via nieuwsbrieven, factsheets en youtubefilmpjes. Daarnaast is er een nauwe samenwerking met tal van organisaties, zoals gemeentes, de provincie, terreinbeheerders, en onderzoeksinstellingen.
In goed overleg kom je altijd wel tot creatieve oplossingen
Tijdens het laatste deel van de Webinar gingen Jan Cortenraad (provincie Limburg), Harry van Buggenum (Waterschap Limburg) en Patricia Goossens (gemeente Meerssen) met elkaar in gesprek over het onderwerp versnippering en connectiviteit in Zuid-Limburg.
Patricia Goossens merkte op dat iedereen heel enthousiast is als het gaat om het aanleggen van verbindende elementen, maar dat er vervolgens te weinig budget is voor het beheer. Bovendien hebben veel bewoners nog steeds het wensbeeld van strak gemaaide bermen. Het 'netheidssyndroom’ noemt Goossens dat.
Harry van Buggenum herkent die neiging, maar ziet dat vooral bij agrariërs die bang zijn dat het ‘onkruid’ hun percelen opwaait. Dat lost het waterschap op door een strook van drie meter langs de akkers iets intensiever te maaien. In goed overleg kom je altijd wel tot creatieve oplossingen.
Jan Cortenraad vertelde dat voor de provincie de prioriteit ligt bij de N2000 gebieden en het NNN. Langs de provinciale wegen werken ecologen samen met de wegbeheerders aan een gedifferentieerd maairegime.
Pieter Puts benadrukte dat het belangrijk is om van elkaar te weten waar je mee bezig bent, zodat het beheer op elkaar aan kan sluiten. David Kleijn voegde daaraan toe dat er een concrete visie voor een gebied moet zijn. De uitvoering van zo'n visie staat of valt bij een enthousiasmerend figuur. Helaas zijn dat soort mensen zeldzaam. Puts sloot af door te zeggen dat we niet te veel moeten blijven praten, maar vooral buiten aan de slag moeten gaan: “Gewoon beginnen!”
Sprekers: David Kleijn (hoogleraar Plantenecologie en Natuurbeheer, WUR); Pieter Puts (Natuurrijk Limburg). Ter afsluiting gaan Jan Cortenraad (provincie Limburg), Harry van Buggenum (Waterschap Limburg) en Patricia Goossens (gemeente Meerssen) met elkaar in gesprek over het onderwerp versnippering en connectiviteit in Zuid-Limburg.
Presentaties:
Areaal en Connectiviteit (David Kleijn)
Natuurrijk Limburg verbindt met ANLb (Pieter Puts)
Kijk het Webinar terug: Ecologisch Assessment: Versnippering/connectiviteit
Meer informatie:
Info ecologisch assessment
Ecologisch assessment van de landschappen van Nederland
OBN Nieuwsbrief voorjaar 2021 Themanummer Ecologisch Assessment